Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for januari, 2010

Interview met Corry Ehlen

Corry  is veranderkundige en was  manager van het instituutsbrede innovatietraject “Maatwerkonderwijs” op de Hogeschool Zuyd. Momenteel onderzoekt ze, als PhD traject aan de OU , de rol van “sociaal kapitaal” binnen onderwijsinnovaties. Ze was 6  jaar lid van een heel succesvol netwerk van directeuren van de tien grote  hogescholen  in Nederland.

Hoe ontstond jouw leernetwerk?

Puur uit de behoefte  om kennis met elkaar te delen, gezamenlijke ervaringen uit te wisselen, gemeenschappelijke items  bespreken waarmee we bezig waren..

Wat maakte dit leernetwerk succesvol?

We hadden dezelfde werkervaringen, spraken dezelfde taal, herkenden elkaars vragen en praktijk. We deden mee op vrijwillige basis, dus het werd niet geïnitieerd door een leidinggevende. Het hoefde niet te leiden tot een extern doel, een product.

Na verloop van tijd ontstond er een “rite”, een structuur van ’s middags vergaderen, gezelligheid en maaltijd erna en, héél belangrijk, we wisselden van instituut: elkaars werkomgeving te zien werkte lerend.

Een laatste succesfactor was een wisselende taakstructuur: telkens een ander trio van voorzitter, notulist en agenda bedenker. Zo werd elke bijeenkomst goed voorbereid, dus je had echt iets aan elkaar. We zijn ook goede vrienden geworden. Voor mij zijn dit de ingrediënten voor een succesvol leernetwerk.

Wat haalde jijzelf in dit leernetwerk?

Inhoudelijke, maar ook mentale steun. Wij waren eenlingen in onze functie. Je denkt met elkaar na over herkenbare situaties. Je belt om een advies, een tip. Het versterkte mijn deskundigheid en het maakte me sterker in mijn eigen instituut.

Je hebt leernetwerken ook ingezet als innovatiemiddel?

Was het vorige netwerk op macroniveau, op Hogeschool Zuyd heb ik leernetwerken ingezet op mesoniveau:  Netwerken als middel om een innovatief opleidingsparadigma te verspreiden en te operationaliseren binnen  Hogeschool Zuyd, een omvangrijke  organisatie met 23 faculteiten op diverse locaties in Heerlen, Maastricht en Sittard. Hoe zorg je ervoor dat een nieuw onderwijsparadigma, (competentiegericht, vraaggestuurd en maatwerk) door alle onderdelen van de hogeschool als iets gemeenschappelijks wordt ervaren. Dat het groeit uit het bestaande en dat docenten leren van elkaars ontdekkingen en samen iets nieuws opbouwen.

Bijvoorbeeld, de docent krijgt in het nieuwe paradigma andere en meerdere rollen dan alleen cognitieve kennisoverdracht. Hoe oefen je die uit? En hoe richt je  leersituaties zo in dat de student zijn/haar competenties optimaal kan verwerven? Hoe pak je dat aan?  Docenten vroegen om concrete voorbeelden: “good practices”. Die waren er hier en daar wel, maar nog niet zichtbaar voor elkaar, ver weg op een van de 12 andere locaties, bij een andere faculteit. Hoe krijg je dan die ervaringskennis bij de docent die dat nodig heeft? Daarvoor hebben we leernetwerken  opgezet.

Welke activiteiten organiseerde je zoal?

In het eerste jaar 2002 en 2003 organiseerden we conferenties. De eerste keer met een deskundige als spreker, t Joseph Kessels, die ons ‘deed verlangen naar de zee van het nieuwe onderwijs…’Héél inspirerend en heel belangrijk, want dit is ook een link met een extern netwerk .  Wat later maakten we brochures over succesvolle projecten en good practices in onze eigen hogeschool. Omdat wij een stuurclubje  vormden met intensieve linken naar ontwikkelgroepen in de verschillende faculteiten hadden we  zicht op wat er zoal gebeurde aan interessants,

Wat was jouw rol?

We gingen daarna als een soort makelaars mensen uitnodigen: wie heeft een antwoord op een bepaalde vraag.  Wie wil meedoen aan een leernetwerk, op vrijwillige basis natuurlijk. Over studieloopbaanbegeleiding (SLB), de coachende rol van de docent, Competentiegericht praktijkleren, Competentieleren in de lessen. Zo ontstond dus een spinneweb van netwerken en contacten.

Waar liep je tegenaan?

Leernetwerken moeten gaan over echte leervragen uit jouw praktijk, vragen die écht van jou zijn. Voordat  je die als docent kunt formuleren, ben je een paar jaar verder.  Dat heeft te maken met durven, kunnen verwoorden, kunnen analyseren, vertrouwen. Echte vragen kunnen stellen vergt  ook ervaring met dat onderwerp, en die was er bij velen nog niet, of te weinig

Twee van die leernetwerken waren erg succesvol, vooral die over coaching en over SLB. Een aantal heeft het echter niet gered.  Cruciaal bleek dat de docenten die eraan meededen ervaren waren in hun praktijk, experts dus. Er viel wat te halen!

Wat maakte dat sommige leernetwerken het niet hebben gered?

Er kon van alles en nog wat aan de orde komen,  er was geen focus maar ook nog geen expertise, geen kwalitatieve inhoud, er viel weinig te halen. We hebben toen wel een expert van buiten uitgenodigd maar dat werkte niet omdat die expertise te ver van hen af stond, ze werd niet echt herkend in hun dagelijkse onderwijspraktijk. In  die gevallen is leernetwerken geen goede formule,  scholing wel.

Welke factoren maakten  andere leernetwerken wél succesvol?

De leden van het leernetwerk over SLB voelden zich  experts, hadden positieve ervaringen opgedaan met SLB  en…waren enthousiast en trots.  Ook stonden ze open om van elkaar te leren, konden hun vragen goed verbaliseren en hun ervaringen goed structuren en overdragen. Het kunnen vertellen over die goede ervaringen maakte hen nog trotser. Wij interviewden hen en maakten daar een flyer of brochure  van. Hiermee inspireerden zij weer anderen op andere faculteiten. Ze maakten samen miniproductjes.

Overigens heeft dat uiteindelijk geresulteerd in een boek en twee landelijke conferenties: Studieloopbaanbegeleiding. Het kloppend hart van het curriculum.2008. Uitgave Hogeschool Zuyd & Onderwijsadviesbureau Dekkers bv Het leernetwerk was toen  geëvolueerd in een  werkgroep en een lerende gemeenschap tussen 4 faculteiten.

Wat is voor jou het verschil tussen een werkgroep en een leernetwerk?

Een werkgroep is besloten, vast lidmaatschap met duidelijke taakverdeling en een gemeenschappelijk product als doel.

Voor mij is een leernetwerk formule losser, mogen er mensen in en uit en gaat het vooral om de individuele opbrengst. Werkgroepen, leernetwerken of welke andere vorm van samenwerking tussen collegae ook, zijn essentieel voor het ontwikkelen van nieuwe professionele kennis, vaardigheden en attituden en voor persoonlijke professionalisering. Hier blijkt dat het sociale kapitaal een basale factor is in onderwijsinnovatie.

 

Read Full Post »