Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for the ‘Leernetwerken in het MBO’ Category

(plaatje uit de brochure Tussen de Neuzen van ROC Midden Nederland)

Henk Aalberts werkt nu voor ROC Da Vinci in Dordrecht en ROC Friesland College in Leeuwarden en heeft tot 2007 voor ROC Midden Nederland in Utrecht gewerkt. Het interview met Henk gaat over het inrichten van praktijkgestuurd leren via leernetwerken.

Bij welke leernetwerken speel jij een rol?

Ik kan vooral vertellen over de leernetwerken in een Blackboard omgeving. Deze netwerken gingen over beoordelen, onderwijs en innovatie, dit was tijdens mijn vorige baan in Midden Nederland. Het was de bedoeling dat docenten via het netwerk betrokken werden bij aspecten van onderwijs innovatie, niet alleen om te leren maar ook te ontwerpen.

Ik heb ook een netwerk begeleid rond kenniscreatie. Kessels en Smit deed een onderzoek hoe netwerken in de organisatie functioneren. Het doel was mensen betrekken bij de drie thema’s, docenten van hele ROC. Van de 2600 werknemers deed een voorhoede groep van 20-30 docenten mee. Activiteiten zijn nu heel wisselend.  Op de website van Kessels en Smit is een interessante uitgave van het Tijdschrift ‘Tussen de Neuzen’ hierover te downloaden.

Wat was jouw eigen rol in dit leernetwerk?

Mijn rol was om online te modereren, maar ook wel inhoudelijk gericht. Ik probeerde steeds een impuls te geven door inhoud: vragen stellen, aandragen van stellingen en bronmateriaal aanbieden. De groep bij elkaar houden en voorzien van materie om verder te gaan. Blackboard was wel bekend, het was geen probleem op het niveau waar we het voor gebruikten, de bibliotheek-achtige functie, ook het forum en een weblog mogelijkheid gebruikten we. Die hadden we zo gemaakt dat iedereen via een knop zijn bijdrage aan het netwerk kon leveren.

Welke activiteiten zijn cruciaal geweest voor het slagen?

Cruciaal is de wijze waarop je mensen uitnodigt om te participeren in deze kenniskring. Ik worstelde met de vraag wie je uitnodigt om te participeren. Zijn dat alle mensen die geïnteresseerd zijn of ga je mensen functioneel betrekken, vanuit hun rol of taak?. Ga je hiërarchische functies uit de lijn bewust bijeenbrengen of juist niet? Is het nodig dat men een gedeelde praktijk heeft of niet? Daar kun je ongelukkige keuzes in maken. Wie nodig je uit is een belangrijke vraag. Je moet verschillende criteria aanleggen.

De keuze om een kenniskring te creëren waarin zowel uitvoerenden als leidinggevenden participeren kwam voort uit het idee dat men beter snapt waar men mee bezig is. In de praktijk bleek dat mensen uit de praktijk zich inhielden omdat ze wisten dat er door de leidinggevende ook meegelezen werd.

Als je opnieuw een netwerk zou inrichten wat zou je anders doen?

Hoe dringend is dit onderwerp? Dit bepaalt hoe je gaat uitnodigen. Als je het hebt over een netwerk wat hoge urgentie heeft is het uitnodigen deelnemers anders. Een thema als beoordelen: dan ga ik meer kijken naar wie er functioneel in een rol zit die daar sterk mee te maken heeft. De betrokkenheid bij dit onderwerp is anders dan vanuit een ander onderwerp. Een thema van lage urgentie doet meer beroep op mensen die met de materie bezig zijn vanuit een intrinsieke motivatie. Dan maak je andere keuzes in rollen en mensen die je zoekt. Dan zoek je mensen die emoties en betrokkenheid bij het onderwerp hebben uit zichzelf. Dan is het een gedeelde belangstelling voor de materie. Haast meer als vriendengroep.

Heeft dit onderscheid in onderwerpen van hoge en lage urgentie ook gevolgen voor je manier van faciliteren?

In het geval van beoordelen met hoge urgentie roept het om productiviteit, meer dan bijvoorbeeld rond kenniscreatie. Dan is men al blij met een nieuw inzicht of een bespiegeling, met een proces waarbij nieuwe inzichten opgeleverd worden.

In een minder taakgericht netwerk zijn mensen meer met hun ik erbij betrokken. Daar ben je nooit sturend, daar liet je mensen komen met wat van belang leek. In een netwerk van hoge urgentie, een meer taakgericht netwerk is sturing naar producten veel sterker. Dan vraag je sneller: “Wie schrijf het op?” Dat soort acties.

Ontmoetingen in een taakgericht netwerk zijn meer functioneel, je organiseert vergadering om goed af te stemmen. Bij een minder taakgericht netwerk, is het meer van: “ben jij dan en dan daar, zullen we even wat drinken?”. Meer informele ontmoetingen. Het netwerk is warm en dan komen ontmoetingen vanzelf. Bij zo’n netwerk laat je het meer aan natuurlijk verloop over, gaat organischer. Als facilitator probeer je te inspireren en te motiveren. Bij een taakgericht etwerk is het vaak nodig dat je even aan de bel trekt, in de gaten houden of leden van het netwerk niet teleurgesteld raken omdat iemand bv. een afspraak niet nakomt. Bij warm netwerk is de afwezigheid geen probleem. Er is onderling vertrouwen: als er iemand niet is, komt hij wel weer, hij heeft betrokkenheid..

Warme netwerken vragen veel zorg. Goh, ga mee doen. Het kan moeilijk zijn voor de leden, zodat je het idee van ballotage gaat krijgen. Dan moet je als. Moderator wel voorkomen dat er een inner crowd vormt en zelfstandig nieuwe mensen uitnodigen.

Bij warme netwerken is er weinig onderscheid tussen werk en vrije tijd.

Read Full Post »